maandag 29 september 2014

Bali (3)


Zondag 28-9. Vandaag een stranddag, we huren ligstoelen met parasol aan de vloedlijn voor een voor hier astronomisch bedrag, maar dat hebben we er graag voor over. Ondanks de hoge factor zonnebrand, een ondergrond van 3 maanden varen, en de bescherming van de parasol zijn we aan het eind van de middag behoorlijk rood verkleurd. In de supermarkt hebben we al after sun gescoord, dat komt nu goed van pas.

Op het strand kom je ogen tekort, het is een gezellige boel. Regelmatig komen verkopers voorbij, die je van alles willen verkopen. Ieder heeft haar of zijn specialiteit, massages, horloges, hoeden en petten, sarongs, zonnebrillen, vliegers, mooi bewerkte kokosnoten, en je kunt zelfs tattoos laten zetten. Niet alleen voor de toeristen, maar ook voor de verkopers is het een spel om een zo goed mogelijke prijs te krijgen. Afdingen lijkt een nationale sport hier. Gelukkig zijn de verkopers niet van het aanhoudende soort, als je duidelijk aangeeft niet geïnteresseerd te zijn, lopen ze door. Een speciale band krijgen we met Eddy, de horlogeverkoper. Hij spreekt een paar woorden Nederlands, en doet met de Fox groep goede zaken.

's Avonds gaan we in het dorp uit eten bij een Australisch restaurant, voor de deur ligt een levensgrote krokodil. De lambchops en de steak van de gril gaan er goed in, maar een gesprek voeren is door de herrie nauwelijks mogelijk. Bij ons in het hotel zitten ook veel Australiërs, kennelijk is het daar nu vakantietijd. Wij zijn er niet blij mee, wat een onbehouwen volk is dat. Het lijken wel Russen. Zuipen de hele dag, de flesjes Bintang Bier waren op tijdens het avondeten in ons hotel (!), bij het ontbijtbuffet ruimen ze het met allen compleet leeg en laten dan torenhoog geladen borden staan. In het zwembad herken je ze aan de grote tattoos en hun taalgebruik. De lust om ooit naar Australië te gaan word je hier wel ontnomen.

Maandag 29-9. Vandaag jarig ! We boeken de shuttlebus van het hotel naar het nabijgelegen plaatsje Kuta, op het strand zie je het in de verte liggen. Over de weg lijkt het een stuk langer.

In dit dorp vindt in 2002 een moslim extremistische aanslag plaats waarbij meer dan 200 mensen omkomen. Een zelfmoordenaar blaast zichzelf op in een nachtclub, na de eerste explosie ontploft verder in de straat een busje vol explosieven, waardoor een krater van 8 meter doorsnee ontstaat. De daders zijn later gepakt en ter dood veroordeeld. Er is een monument voor  de slachtoffers (waaronder 4 Nederlanders) opgericht, maar dat kunnen we niet zo snel vinden.
Op 1 oktober 2005 wordt Bali opnieuw opgeschrikt door een reeks bomaanslagen. De aanslagen worden gepleegd in Jimbaran en (weer) Kuta. De eerste twee explosies vinden plaats om 18:50, bij een eetgelegenheid in Jimbara, een derde explosie om 19:00 op het stadsplein van Kuta. De aanslagen gebeuren twee dagen voor de start van de Islamitische heilige vastenmaand Ramadan, en elf dagen voor de derde verjaardag van de bomaanslagen in 2002.  Er vallen in totaal 23 doden, drie daders inbegrepen, en 129 gewonden. De terreurgroepering Jemaah Islamiyah wordt verantwoordelijk gehouden.
Sinds die tijd is het gelukkig rustig gebleven op Bali. Er is veel sociale controle, want alle inwoners zijn destijds zwaar getroffen door het het wegblijven van toeristen. We merken nu gelukkig niets meer van een gespannen sfeer of een gevoel van onveiligheid.

In Kuta  breek je bijna je nek over de tempels en offerplaatsen, sommige zijn echt mooi. Aan de grote dichtheid aan restaurants en winkels kun je.zien dat Kuta volledig op toeristen is ingesteld. Irene doet inkopen, dat vergt hier moeizaam onderhandelen. Het is hier niet prettig winkelen, je wordt aan alle kanten bijna de winkels ingetrokken. De shuttlebus die ons terug kan brengen naar het hotel, komt pas om 3 uur. Wij hebben geen zin om zo lang te wachten, slaan in een supermarkt extra water in en maken in anderhalf uur de terugtocht te voet over het strand.

Er staat een behoorlijke branding, vooral bij Kuta, waar de  oceaandeining op het steile strand slaat. Er wordt volop gesurft. Onderweg passeren we het plaatsje Legian, dat vlakbij Seminyak ligt. Vanaf  Kuta naar Seminyak worden de hotels steeds mooier en exclusiever. Flink bezweet komen we aan bij ons hotel, genieten van onze favoriete mango smoothie in de strandbar, en vinden dan verkoeling in het zwembad. Later verkassen we naar ligstoelen op het hotelterras aan zee, dit is echt genieten.

Bij binnenkomst in onze hotelkamer aan het eind van de dag wacht een leuke verrassing : er staat een hartvormige taart met een persoonlijke gelukwens erop en een felicitatiekaartje van het hotelmanagement. Leuk gebaar! Bij een kop koffie laten we ons de taart lekker smaken, de helft gaat de koelkast in voor morgen. Ook vanuit Nederland, waar het 6 uur vroeger is, krijgen we per  mail, sms en facebook felicitaties. Afstanden bestaan niet meer in dit digitale tijdperk, met Mariska skypen we zelfs.

Dinsdag 30-9. Vandaag vertrekken de Fox gasten die niet hebben bijgeboekt, wij huren een strandstoel met parasol. Het ergste rood is weggetrokken, dus met een hoge factor zonnebrand moet een stranddagje wel weer kunnen. We hebben de balie bedankt voor de leuke verjaardagsattentie, en boeken onze kamer voor de vertrekdag donderdag bij voor vertrek om 18:00. Het kost wel een derde van de kamerprijs van 150 dollar per dag, maar dat hebben we wel over voor de luxe van op je gemak nog kunnen douchen, omkleden en de koffer definitief inpakken vlak voor vertrek. We hebben Fox geadviseerd dit standaard in het pakket op te nemen, zij kunnen waarschijnlijk een betere prijs bedingen.

Aan het eind van de dag, als de zon in zee zinkt nemen we hartelijk afscheid van de eerste vertrekkers uit onze groep. We realiseren ons, dat het einde van deze heerlijke vakantie ook voor ons in zicht begint te komen, we gaan nog even genieten ! We hebben met iedereen e-mailadressen uitgewisseld, we houden contact en zullen foto's doorsturen.
Als we op het terras aan zee nog even nagenieten, vragen we ons af wat de lichtjes in zee zijn. Java ligt op een te grote afstand om de kust te kunnen zien. De serveerster helpt ons : het is de lokale vissersvloot die 's nachts met felle lampen aan het vissen is.

zondag 28 september 2014

Bali (2)


Vrijdag 26-9. Toen we gisteravond in het pikdonker aankwamen bij ons hotel in Seminyak, via een smal straatje in een niet zo fraaie buurt, sloeg de schrik ons om het hart en vroegen we ons af of we toch niet de upgrade die Fox aanbood voor Sanur Beach hadden moeten boeken.

Maar ons hotel Puri Saron, gelegen aan het mooie brede zandstrand van Seminyak, blijkt
bij nadere kennismaking een prachtig hotel, ruim opgezet rond prachtige tuinen, en in het bezit van een magnifiek zwembad. Het personeel is uiterst vriendelijk, iedereen groet altijd.

De hotelkeuken blijkt voortreffelijk, het ontbijt is in een woord geweldig en aan het strand is een bar met kleine hapjes en smoothies van alle hier voorkomende vruchten waar je heel vrolijk van wordt. We proberen ze allemaal, de mango smoothie wordt onze favoriet.

Om 9:00 komt de Fox vertegenwoordiger langs. We worden officieel verzameld in een meeting room om te checken of alle afspraken naar ieders genoegen zijn vastgelegd en uitgevoerd. Dit blijkt gelukkig het geval. Wij hebben ons verblijf hier op Bali verlengd tot en met donderdag, wij worden dan om 19:00 door Fox opgehaald en naar het vliegveld Ngura Rai vlakbij Kuta gebracht, voor onze binnenlandse vlucht naar Jakarta. Daar stappen we op de GA88 naar Amsterdam, een non-stop vlucht van 14 uur (nog even niet aan denken).
We krijgen te horen dat we zowel voor de binnenlandse vlucht als voor de intercontinentale vlucht in totaal 550.000 Roepia vertrekbelasting moeten betalen. Die flappen moeten we apart houden, er kan alleen in lokale valuta worden betaald. Met de 20-dagen toeristenvisa die we bij aankomst moesten aanschaffen is dat ruim 100 euro, oftewel hoe kleden we de toerist uit.
Vervolgens probeert Fox ons nog verder uit te kleden met een overweldigend excursieaanbod. Wij willen vooral genieten van onze rust, liefst met zon zee en zand, dus spreken we alleen een excursie naar het kunstenaarsdorp Ubud af. Die excursie vindt al op zaterdag plaats.


Zaterdag 27-9. Met een Nederlands sprekende gids gaan we op stap met een blauwe Fox bus.
We maken een tussenstop bij een steenhouwerij waar ornamenten voor de hindoetempels gemaakt worden uit zandsteen. Geweldig wat ze daar presteren. Voor 600 euro kun je een beeld kopen, voor die prijs in Europa afgeleverd. We doen het maar niet. Als we verder rijden naar Ubud, komen we door een paar dorpjes waar kunstenaars elkaar hebben opgezocht.

We stoppen in een schildersdorp, en zien prachtige schilderijen. Dat is moeilijk meenemen, en we hebben al een batikschilderij in de bagage. Dus deze slaan we over. De volgende stop met de bus is bij een zilversmederij, de meeste dames worden wild van de blingbling. Vooral armbanden hebben de belangstelling, maar de vraagprijzen zijn hoog en niet iedereen heeft geduld om te onderhandelen, een nationale kunst hier. Irene ziet een mooie zilveren ring, en na een uitgebreid rondje afdingen, worden we het eens op een voor beide partijen acceptabele prijs. De ring wordt prachtig ingepakt, een mooi cadeau voor onze trouwdag op 1 oktober.

Als we eindelijk in Ubud aankomen, lijkt het wel een mierennest. Ubud wordt aangeprezen als een must voor Bali toeristen, maar helaas is de authenticiteit waar het dorpje om bekend staat, volledig verdwenen. We lopen over de markt en door de omliggende straten, maar kwaliteit vind je hier niet, allemaal goedkope toeristentroep. We bezoeken het paleis van de Sultan, een lichtpuntje in deze droefenis.

Onze trip wordt helemaal goedgemaakt door een processie ter gelegenheid van een collectieve lijkverbranding. In de hindoecultuur heel belangrijk, maar kostbaar. Daarom wordt dit door de mindervermogenden, en dat zijn de meesten hier, een gezamenlijke ceremonie gehouden. Na afloop wordt de as in kistjes op het hoofd vervoerd om daarna verstrooid te worden. Iedereen is mooi in het wit gekleed. Het is geen treurige stoet, want hindoes geloven in reïncarnatie.

's Avonds bezoeken we een traditionele Kecak dansvoorstelling, ook wel de apendans genoemd. Een grote groep mannen in zwart wit gekleed roepen ritmisch 'tjaktjak', en vormen daarmee de begeleiding voor de dansers. Tijdens de Kecak wordt het Ramayana verhaal uitgebeeld.
Vooral de beeldschone vrouwen met hun speciale handbewegingen zijn bijzonder om te zien. Het einde van de voorstelling waar de hoofdfiguur in een echt houtvuur springt is spectaculair. We komen rammelend van de honger terug in het hotel, net voor sluitingstijd van de keuken.

vrijdag 26 september 2014

Bali (1)


Donderdag 25-9. Voor de laatste keer deze vakantie vroeg op : om 6 uur vertrekken we naar Bali, dat als bijnaam het 'Godeneiland' heeft. Het is nog een flinke rit in oostelijke richting naar de veerhaven, waar we zullen oversteken van Java naar onze laatste halte Bali. We hebben daar in het viersterrenhotel aan het strand een aantal dagen bijgeboekt, en kunnen dus een volle week uitrusten van deze enerverende reis, en de grote hoeveelheid indrukken verwerken van dit schitterende land en de ontzettend vriendelijke bevolking.

Als we bij de veerhaven aankomen, kunnen we Bali al zien liggen, de afstand in rechte lijn is maar 8 km. Net zo chaotisch als het verkeer lijkt de veerdienst te zijn, er vaart en ligt een bonte verzameling schepen en landingsvaartuigen. De landingsvaartuigen varen zo het strand op. Onze bus rijdt via de terminal de officiële veerboot op, die wel eens betere tijden gekend heeft.

Uit vakmatige nieuwsgierigheid bestudeer ik de installaties om de reddingsboten te kunnen strijken. De elektrokabels hangen los of zijn gewoon doorgeknipt. Deze reddingsboten kunnen in een noodgeval nooit gebruikt worden.
Gelukkig waait het niet harder dan windkracht 5, toch vaart de veerboot een S-vormige koers om maar kort dwarszees te hoeven varen. Een zwaarbeladen vrachtwagen slingert vervaarlijk tijdens de overtocht.
Op het bovendek hebben we een prachtig uitzicht over Straat Bali die we oversteken. Na aankomst op Bali is er strenge controle, de bomaanslagen van 2002 en 2005 waarbij meer dan 200 doden vielen, zijn kennelijk nog niet vergeten. Onze toeristenbus mag zo doorrijden.

Als we de veerterminal uitrijden, valt meteen op dat hier een andere godsdienst dominant is : het hindoeïsme. Om de paar meter een min of meer uitgebreide tempel, ieder huis is er van voorzien. Meer dan 90% van de bevolking in hindoe, het is de grootste hindoeistische gemeenschap buiten India. Het hindoeïsme hier op Bali kent wel veel typisch lokale invloeden. We maken even een fotostop bij het begin van de toegangsweg naar Bali, waar over de weg een groot beeldhouwwerk is geplaatst met hindoeïstische motieven. We maken meteen kennis met de apen die hier in groten getale voorkomen. Voor toeristen is het opletten geblazen, als je de apen voert heb je grote kans dat ze meteen je bril en bij de dames de oorbellen meenemen.

We zijn aangekomen op de noordwestpunt van Bali, het toeristisch gedeelte bevindt zich aan de zuidkant. Het eiland meet maar 80 bij 140 kilometer, maar dat wil niet zeggen dat je snel ter plaatse bent. Er liggen vulkanen van 3000 m hoog en er stromen talloze rivieren. De wegen zijn smal en bochtig, veel te zware vrachtwagens kruipen over de weg, en zoals overal in Indonesië zwermen brommers als een vliegenplaag door het overige verkeer. Kortom, je schiet niet op. In Denpasar nemen we afscheid van onze gids en bus bij het hoofdkantoor van Panorama, de reisorganisatie die voor Fox de reis in Indonesië uitvoert. De groep splitst zich hier, de meesten gaan zoals wij naar het Puri Saron hotel in Seminyak, een aantal heeft een upgrade gekozen in het Sanur Beach hotel.

Bijschrift toevoegen
Als we eindelijk in ons hotel worden afgeleverd, gaat de zon al onder. Het blijkt een prachtig hotel, schitterend aan zee gelegen. Maar als we onze kamer opzoeken, slaat de schrik om het hart : op nog geen 20 meter bij ons vandaan wordt door bouwvakkers luidruchtig aan nieuwbouw gewerkt. Wij maken direct rechtsomkeert en melden de receptie dat we dat niet accepteren. Zonder problemen krijgen we een betere kamer.
In het mooie restaurant genieten we van een prima diner en zoeken vroeg de kooi op.

Kalibaru


Woensdag 24-9. Weer op een onmogelijk vroeg tijdstip vertrekken we naar Kalibaru, de laatste tussenstop op Java. De afstanden zijn hier niet bijzonder groot, maar het is erg bergachtig en het verkeer is erg druk, met veel vrachtwagens, die vaak veel te zwaar beladen zijn en dan moeilijk omhoog kunnen komen. Inhalen is altijd een avontuur, we horen regelmatig angstkreten van mensen voor in de bus. Gelukkig hebben we een prima chauffeur die het kleinste gaatje weet te vinden, en de Javanen zijn virtuozen in het oplossen van hachelijke situaties. We zien weinig ongelukken, af en toe een vrachtwagenwrak in de diepte, waarvan de restwaarde minder is dan de bergingskosten.

Onderweg stoppen we voor een fotomoment van met karbouwen ploegende boeren. In de drassige sawa's zijn deze dieren nog steeds de beste aandrijving voor een ploeg. Voor een stapeltje roepia's wil de boer wel even een paar rondjes draaien.


Onderweg in Jember stoppen we voor de lunch bij het Taman Mangli Indah restaurant, dat is gehuisvest in een bijzonder gebouw, waarin allerlei typisch Indonesische bouwwijzen zijn verenigd. De vijvers tussen de paviljoens barsten van de Koi karpers en andere vissen, ze worden net gevoerd als we aankomen. Je zou bijna denken dat het bijzaak is, maar de lunch in buffetvorm smaakte ook nog eens heerlijk.

Halverwege de middag bereiken we Kalibaru, het doel voor
vandaag. Ons onderkomen is een schitterend midden in de rimboe gelegen cottage hotel. Iedereen heeft z'n eigen cottage, die als twee-onder-een-kap units over een groot terrein verspreid liggen.
Helaas moeten we het prachtige zwembad laten voor wat het is, we hebben een excursie geboekt naar een nabijgelegen plantage, die gerund wordt door een weeshuis. Het weeshuis en de in de buurt gelegen school worden vanuit Nederland ondersteund door de stichting 'Het schone streven'.

We worden enthousiast verwelkomd door een grote schare weeskinderen, variërend in leeftijd van 3 tot 16 jaar. Bijna iedereen in het reisgezelschap heeft cadeautjes bij zich, die via de oudere kinderen eerlijk worden verdeeld. De kinderen hebben van palmbladeren de mooiste versieringen gemaakt, die krijgen we opgespeld en uitgereikt.
De beheerster van het weeshuis heet ons in het Nederlands welkom, en legt uit wat ze hier doen en hoe de plantage in elkaar steekt. Ze heeft alle producten die hier verbouwd worden uitgestald.

De jongere kinderen doen een paar dansjes, en na een kopje koffie van eigen teelt gaan we de bush in en zien met eigen ogen hoe hier de grondstof voor natuurrubber wordt gewonnen, en hoe koffie, cacao, peper, en vele andere kruiden en specerijen groeien. Veel producten zijn niet van oorsprong inheems, maar zijn van over de hele wereld door de eerste echte multinational de VOC naar hier gebracht. Een medewerker klimt een palmboom in en laat zien hoe de basisvloeistof voor palmsuiker wordt gewonnen.

We wanen ons in een echt tropisch oerwoud op onze tocht. Voor de gelegenheid zijn we uitgedost met rieten hoeden, en balanceren voorzichtig over smalle bamboe bruggetjes, die kraken onder onze voeten. We bewonderen de weelderig groeiende cacao, die direct aan de boom groeit. Onvoorstelbaar dat zo'n vrucht een heerlijke chocoladereep oplevert.

We sluiten de tour over de plantage af met een mooie tocht door de rijstvelden, waar zo ver het oog reikt de Pandanrijst staat te rijpen. Op de achtergrond de altijd aanwezige vulkanen, waaraan de grond z'n geweldige vruchtbaarheid ontleent.

Als we weer huiswaarts keren is de zon al onder, we nemen hartelijk afscheid en wandelen met een of twee weeskinderen aan de hand terug naar de bus. Hier en daar wordt een traantje van ontroering weggepinkt.

Bromo (2)



Dinsdag 23-9 We vertrekken kort na middernacht per minibus richting Bromo.  Het is een lange tocht door onherbergzaam gebied over steile, smalle weggetjes. Op een bepaald punt houdt de begaanbare weg op en staan zware Toyota jeeps klaar om ons in groepjes van 5 naar het uitzichtpunt op 2700 meter hoogte te brengen. Dit is op de rand van de krater van dode vulkaan Tengger,  gelegen in het Nationale park Bromo-Tengger-Semeru.
De Tengger krater is miljoenen jaren geleden ontstaan door instorting van de lege magmakamers, die daarna in de loop van de jaren zijn gevuld met lavazand. In de koloniale tijd werd de donkergrijze zandvlakte met een oppervlakte van 90 vierkante kilometer het 'Zandmeer' genoemd. In het centrum van de zandvlakte zijn 7 nieuwe vulkanen ontstaan, waarvan de 2400 m hoge, nog steeds actieve Bromo de bekendste is.Ten noorden van de Bromo rijst de 2440 m hoge Batok, waarvan de askegel door zware regenval is ingesneden met diepe erosiegeulen.
Aan de voet van de Bromo (die genoemd is naar de Hindoe god Brahma) staat een Hindoetempel, die ieder jaar het middelpunt is van het Kesadafeest.

Het uitzichtpunt ligt op ruim 2700 m hoogte, op de hoge rand van de dode Tenggerkrater, waar we neerkijken op het Zandmeer en de jonge vulkanen.  Als we op dat punt aankomen, blijken we niet de enigen te zijn, die een slapeloze nacht een een flinke stapel Roepias over hebben voor de zonsopkomst boven de Bromo. Er staan wel honderd jeeps geparkeerd, het is een gekrioel van jewelste in het pikdonker. Gelukkig heb ik een zaklamp op zak. Het waait stevig, bij een temperatuur van 5 graden is het roetkoud. We boffen dat we voor omgerekend 3 euro een dikke duffel met bontkraag kunnen huren. Het is een gekkenhuis met slimme handelaren, voor wie dit een goudmijn is. Sommige toeristen zijn hier op slippers en T-shirt met korte mouwen, die betalen de hoofdprijs.
We lopen een stuk bergop, tot waar een uitkijkpost is. Dankzij onze zaklamp kunnen we in de drukte een mooi plaatsje bemachtigen.

Er wordt meteen al driftig gefotografeerd om maar vooral niets van het schouwspel te missen, hier vlakbij de evenaar komt de zon snel op. Voor onze ogen ontrolt zich bij het licht worden een bizar vergezicht, iedereen is zeer onder de indruk van dit ongelooflijk fotogenieke maar vooral buitengewoon fraaie natuurwonder. Het is een van de meest bijzondere fotoseries die ik ooit gemaakt heb.
Als iedereen voldoende foto's geschoten heeft, schuifelt de massa terug naar hun jeeps. Het kost enige moeite de onze terug te vinden in deze chaos.

Alle jeeps rossen nu de smalle weg af naar beneden, tot in de zandwoestijn waar op een gegeven moment alle jeeps geparkeerd moeten worden. Het is dan nog een flinke afstand naar de Bromo, er staat een horde paarden klaar waarmee je die reis door het mulle zand kunt afleggen. Na flink afdingen kunnen we voor Irene een knol bemachtigen, maar dan zijn de paarden op. Voor mij dus een mooi sportschoolmoment, in deze omstandigheden blijkt het een zware klus, door het mulle zand omhoogzwoegen. Aan de voet van de Bromo staat Irene al te wachten, we moeten dan de trap nog op om in de rokende en naar zwavel stinkende krater te kunnen kijken. Flink zwetend volbrengen we de helse tocht, en worden we beloond met een prachtig uitzicht.











































De terugtocht vanaf de krater is bijna even zwaar als de beklimming, eenmaal weer op de zandvlakte worden we door hevige windvlagen helemaal bedekt met een dikke laag zwartgrijs stof en lavazand. Ogen, oren, haren, kleding, alles is grijs. Gelukkig dragen we mondkapjes, zonder die zou het niet te doen zijn.

Op de terugweg met de minibussen maken we een ontbijtstop, vanuit het hotel zijn er ontbijtpakketten meegegaan. Ze gaan er in als koek.
Moe maar zeer voldaan keren we naar ons hotel terug. Het blijkt een hele klus om het lijf en de kleding en schoenen te ontdoen van lavazand. We proberen wat bij te slapen, maar dat wil niet erg lukken. Dan maar naar het zwembad, lekker zwemmen en luieren.