Vrijdag 19 -9. Dit is een reisdag, De bus is 's nachts al vooruit gereden met onze bagage, wij stappen om 8:00 in Bandung in de trein naar Kroya. De stations ademen hier nog de sfeer van de jaren 50 uit de vorige eeuw bij ons. Volop personeel, hier vertrekt geen trein zonder dat de stationschef zijn spiegelei omhoog houdt.
In de trein ziet de conducteur er in z'n strakke uniform uit als een viersterren-generaal als hij de kaartjes komt controleren. Dat gebeurt hier met drie man sterk, de conducteur wordt vergezeld van een opgewekt kijkend hulpje zonder uniform die de kunst van het kaartjes knippen nog moet leren, en dus meekijkt tijdens dat proces, en een strak kijkende beveiliger in een zwart uniform zonder verdere uiterlijke kenmerken.
De conducteur verricht zijn werk met een grote waardigheid en kijkt hierbij zeer ernstig, hij denkt waarschijnlijk dat Indonesië ophoudt te bestaan als hij zijn werk niet goed doet. De stewardess neemt intussen zeer minzaam de bestellingen op, maar kan in haar functie natuurlijk geen broodjes of koffie uitdelen. Daarvoor heeft ze een mannelijk hulpje, die altijd op gepaste afstand met een volgeladen dienblad achter haar aan schuifelt. Rangen en standen zijn hier nadrukkelijk aanwezig.
Het is een schitterende reis door de natuur, rijstvelden, vergezichten en leuke dorpjes wisselen elkaar in hoog tempo af. We komen hier op Midden-Java. In Kroya staat de bus ons al op wachten, en reizen we de bergen in richting onze bestemming voor vandaag : Wonosobo.
Onderweg stoppen we even bij een rijstveld voor een fotomoment. Na de oogst wordt hier de bovenste kleilaag afgestoken, of dit gebeurt omdat die laag is uitgeput door drie oogsten per jaar is niet helemaal duidelijk. De klei wordt vermengd met dorsafval, en met de hand in een mal tot stenen gevormd. Door het mengen met organisch materiaal krijgen de stenen een zekere isolatiewaarde, en zijn ook niet zo zwaar als de bakstenen die wij kennen. De stenen worden vervolgens gedroogd en langs de kant van de weg gebakken. Als er voldoende stenen geproduceerd zijn, wordt steenhoop ingepakt in brandbaar materiaal dat wordt aangestoken. Je ziet het regelmatig onderweg, het is een bijverdienste voor de boeren, die de stenen voor een paar cent per stuk verkopen.
Als bijzonderheid zien we prachtige goudkleurige kevers met grote honger. Dat lijkt ons eerlijk gezegd een nog betere bijverdienste. Maar ja, het spreekwoord dat niet alles goud is wat er blinkt, is ook hier waarschijnlijk van toepassing...
We overnachten in het statige Kresna hotel, dat als Dieng hotel in 1917 door Nederlanders gebouwd is. Het ademt nog steeds een koloniale sfeer, mede door de verzameling muziekinstrumenten, meubilair en houtsnijwerk uit die tijd, die in de hal staan uitgestald. De naam
Dieng komt van het Dieng plateau, waar Wonosobo aan ligt. Die naam is ontleend aan Di Hyang, wat 'huis van God' betekent. Het is een bergachtig gebied dat met vulkanen bezaaid is.
Zaterdag 20-9. Vroeg uit de veren - om 6:00 staan minibusjes klaar die ons naar het Dieng plateau brengen op ruim 2000 m hoogte. Hier staan de oudste Hindoe tempels van Java, ze zijn in de 7e en 8e eeuw gebouwd. Dit gebied is feitelijk een oude krater.
We wandelen een flink stuk richting kraterwand, waar vervaarlijke stoomwolken uit de grond spuiten. Het is een vreemd idee dat hier het gloeiend hete binnenste van de aarde aan de oppervlakte komt. In een van de stoomgaten is een leiding aangebracht, die loopt in de richting van de bewoonde wereld, waarschijnlijk wordt daar een centrale of iets dergelijks mee gevoed. Er ligt hier veel zwavelhoudend gesteente, geel van kleur. In de buurt wordt ook pure zwavel gedolven. We passeren een kokend meer, op de bodem zie je de hete lava opborrelen.
Van het Dieng plateau rijden we richting Jogjakarta, einddoel is de Borobodur, de grootste bewaard gebleven boeddhistische tempel ter wereld, uit de 9e eeuw. De Borobodur is gebouwd op een heuvel in de vorm van een trapachtige piramide. Het bouwwerk is gemaakt van grote blokken steen.
Bij een gigantische uitbarsting van de vulkaan Merapi is de tempel met tientallen meters as, stenen en zand bedekt en is tot 1811 aan het oog onttrokken geweest. De Nederlanders hebben het hele complex in tientallen jaren weer uitgegraven en gerestaureerd. Sommige frivole elementen, gebaseerd op de Kamasutra, zijn in die tijd afgedekt met stenen. Blootgesteld aan de elementen, begon de tempel, die gebouwd is zonder cement te gebruiken, langzaam te verzakken. Van 1975-1983 werkten Unesco en de Indonesische regering samen aan een massale, 25 miljoen dollar kostende restauratie van de Borobudur, waarbij de hele basis steen voor steen is afgebroken. Nadat de fundatie is hersteld en verstevigd voor de toekomst, is alles steen voor steen weer teruggeplaatst. Sinds 1991 staat dit boeddhistische heiligdom op de Unesco Werelderfgoedlijst.
Het heiligdom bestaat uit 9 etages die de boeddhistische
kosmos vertegenwoordigen; de onderste 6 zijn vierkant, de bovenste 3 rond. De
reliëfs op de panelen op de onderste vierkante terrassen van het heiligdom
vertellen het levensverhaal van Boeddha.
Op de hogere terrassen bevinden zich kleine stoepa's met
daarin een beeld van Boeddha. Ze zijn gebouwd rondom 1 grote centrale stoepa.
De grote stoepa staat symbool voor het Nirwana, waar mensen vrij zijn van alle
aardse zorgen. De bovenste grote stoepa is van binnen leeg.Het is een fascinerende tour die we tot aan de top maken. De symboliek is dat je door meditatie je tot het nirvana kunt verheffen, hoe hoger het niveau, hoe moeilijker en hoe minder mensen dat bereiken. Over de hele tocht naar boven zijn prachtige afbeeldingen in de stenen wanden aangebracht. Deze komen overeen met afbeeldingen die in India worden aangetroffen, en zijn waarschijnlijk ook door Indiase kunstenaars aangebracht. Ongelooflijk hoe zo iets in die tijd gebouwd kon worden.
Bij de uitgang van de Borobodur staat voor de deelnemers aan de volgende excursie een hele rij paardenkoetsen klaar. We maken een Desa tour, via een route over het platteland bezoeken we een klein dorpje, dat bijna volledig uit familie bestaat.
Tijdens de rondwandeling worden we ingewijd in het pellen en ziften van de rijst. De mensen leven hier heel erg in harmonie met de natuur, wat wij tegenwoordig duurzaam noemen. Ze zijn grotendeels zelfsupporting met de voeding, ze verbouwen alles zelf en kweken in een visvijver naast het huis hun eigen vis. En oma heeft geen AOW of bijstand, en er zijn geen verzorgingshuizen. Op hoge leeftijd draait ze gezellig mee tussen kinderen en kleinkinderen.
Na een busrit door de files eten we in het hotelrestaurant a la carte lamsrack en ribeye, het smaakt redelijk, maar Indonesische koks kun je dat beter niet klaar laten maken. Voor een totaalbedrag op de rekening inclusief drank van ruim 20 euro mag je ook weer niet te hard mopperen...
Zondag 21-9. De wekker loopt weer eens vroeg af, vandaag om 5:00. Om 7:00 moeten we klaarstaan voor een fietsexcursie, die voor het officiële programma plaatsvindt.
We maken een prachtige tocht door de rijst- en tabaksvelden, en maken praatjes en lol met de lokale bevolking.
In loondienst moeten ze rondkomen van 100 euro per maand, de kosten zijn hier voor de eerste levensbehoeften lager dan bij ons, maar bijvoorbeeld scholing, transport en luxe goederen zijn duur. Toch hoor je ze niet klagen, ondanks dat er geen sociale voorzieningen zijn, geen toeslagen, geen ziektekostenverzekering. Er is veel onderlinge solidariteit, een voedselbank kennen ze hier niet.
We stoppen even bij een tabaksloods, waar tabak verzameld, gedroogd en gebundeld wordt. Bijna alle Indonesiërs roken als schoorstenen, een pakje sigaretten kost bijna niets. Over hun gezondheid maken ze zich kennelijk weinig zorgen.
Ook zien we hoe pinda's verbouwd worden. De ongepelde pinda's zoals wij die kennen, groeien aan de wortel van de pindaplant onder de grond.
Onderweg krijgen we al een voorproefje van de Prambanan tempels, er liggen hier verspreid allemaal kleine tempelcomplexen. Recent is er onder een rijstveld is er ook weer een aangetroffen, die nog helemaal blootgelegd moet worden.
Na de geweldige fietstocht, die alle deelnemers veel plezier heeft bezorgd, zetten we per bus koers naar de Prambanan tempels. Prambanan is het grootste Hindoe-Javaanse tempelcomplex in Indonesië. Prambanan betekent: "veel priesters". In de reliëfs worden ze afgebeeld met een lange baard.
Het Prambanan complex ligt ten oosten van Jogjakarta, aan de weg naar Solo. De belangrijkste van deze tempels is de Lara Jonggrang, vaak ten onrechte aangeduid als "de Prambanan". De tempels zijn ongeveer 850 n.C. gebouwd. Bij een gigantische vulkaanuitbarsting rond 1000 n.C is bijna de hele bevolking van Oost Java omgekomen of gevlucht, en zijn de tempelcomplexen, ook die van Borobodur onder een dikke laag vulkaanzand bedolven, en daarna met planten overwoekerd. Veel tempels zijn door aardbevingen ingestort geweest, en zijn of worden met engelengeduld als een driedimensionale legpuzzel weer in elkaar gezet.
Het procedé is erg arbeidsintensief, voor iedere kleur moet een volledige cyclus worden doorlopen. We kopen een fraai exemplaar voor thuis aan de muur.
De Kraton is het paleis van de Sultan van Jogjakarta, die tegenwoordig alleen nog maar gouverneur van de provincie Jogjakarta is. De vorige vorst was een studievriend van prinses Juliana, zij noemde hem Henk in plaats van zijn echte naam Hamenkobueno.
Met een gids rennen we door het paleis, ik mag nog even op de gong slaan waarmee de beveiliging in vroeger tijden een noodsignaal gaf.
De bewakers zijn helemaal in traditionele kleding gehuld, compleet met vervaarlijke kris, die ze volgens lokaal gebruik op de rug dragen. Hiermee maken ze duidelijk dat ze geen kwaad in de zin hebben, maar dat er ook niet met hen valt te spotten.
We gaan lunchen bij een familielid van sultan Henk, die een schitterend restaurant heeft, dat qua aankleding aan de Kraton doet denken, helemaal in stijl. De lunch is er ook nog eens voortreffelijk. Naast het restaurant zijn kledingwinkels en een zilveratelier gevestigd, we hebben tijd om daar even rond te kijken. Op z'n Hollands is dat, tenminste voor ons, kijken - kijken - niet kopen. We gaan weer eens pinnen, want de miljoenen glippen hier door je vingers.
's Avonds bezoeken we een traditionele Javaanse openlucht dansvoorstelling. We smeren ons flink met deet in om de muggen van ons lijf te houden. De voorstelling is een mix van dans, toneel en variété, met prachtige kostuums. Het kost enige moeite het verhaal te volgen. maar als we achteraf de beschrijving nog eens doorlezen, wordt het iets duidelijker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten