vrijdag 26 september 2014

Kalibaru


Woensdag 24-9. Weer op een onmogelijk vroeg tijdstip vertrekken we naar Kalibaru, de laatste tussenstop op Java. De afstanden zijn hier niet bijzonder groot, maar het is erg bergachtig en het verkeer is erg druk, met veel vrachtwagens, die vaak veel te zwaar beladen zijn en dan moeilijk omhoog kunnen komen. Inhalen is altijd een avontuur, we horen regelmatig angstkreten van mensen voor in de bus. Gelukkig hebben we een prima chauffeur die het kleinste gaatje weet te vinden, en de Javanen zijn virtuozen in het oplossen van hachelijke situaties. We zien weinig ongelukken, af en toe een vrachtwagenwrak in de diepte, waarvan de restwaarde minder is dan de bergingskosten.

Onderweg stoppen we voor een fotomoment van met karbouwen ploegende boeren. In de drassige sawa's zijn deze dieren nog steeds de beste aandrijving voor een ploeg. Voor een stapeltje roepia's wil de boer wel even een paar rondjes draaien.


Onderweg in Jember stoppen we voor de lunch bij het Taman Mangli Indah restaurant, dat is gehuisvest in een bijzonder gebouw, waarin allerlei typisch Indonesische bouwwijzen zijn verenigd. De vijvers tussen de paviljoens barsten van de Koi karpers en andere vissen, ze worden net gevoerd als we aankomen. Je zou bijna denken dat het bijzaak is, maar de lunch in buffetvorm smaakte ook nog eens heerlijk.

Halverwege de middag bereiken we Kalibaru, het doel voor
vandaag. Ons onderkomen is een schitterend midden in de rimboe gelegen cottage hotel. Iedereen heeft z'n eigen cottage, die als twee-onder-een-kap units over een groot terrein verspreid liggen.
Helaas moeten we het prachtige zwembad laten voor wat het is, we hebben een excursie geboekt naar een nabijgelegen plantage, die gerund wordt door een weeshuis. Het weeshuis en de in de buurt gelegen school worden vanuit Nederland ondersteund door de stichting 'Het schone streven'.

We worden enthousiast verwelkomd door een grote schare weeskinderen, variƫrend in leeftijd van 3 tot 16 jaar. Bijna iedereen in het reisgezelschap heeft cadeautjes bij zich, die via de oudere kinderen eerlijk worden verdeeld. De kinderen hebben van palmbladeren de mooiste versieringen gemaakt, die krijgen we opgespeld en uitgereikt.
De beheerster van het weeshuis heet ons in het Nederlands welkom, en legt uit wat ze hier doen en hoe de plantage in elkaar steekt. Ze heeft alle producten die hier verbouwd worden uitgestald.

De jongere kinderen doen een paar dansjes, en na een kopje koffie van eigen teelt gaan we de bush in en zien met eigen ogen hoe hier de grondstof voor natuurrubber wordt gewonnen, en hoe koffie, cacao, peper, en vele andere kruiden en specerijen groeien. Veel producten zijn niet van oorsprong inheems, maar zijn van over de hele wereld door de eerste echte multinational de VOC naar hier gebracht. Een medewerker klimt een palmboom in en laat zien hoe de basisvloeistof voor palmsuiker wordt gewonnen.

We wanen ons in een echt tropisch oerwoud op onze tocht. Voor de gelegenheid zijn we uitgedost met rieten hoeden, en balanceren voorzichtig over smalle bamboe bruggetjes, die kraken onder onze voeten. We bewonderen de weelderig groeiende cacao, die direct aan de boom groeit. Onvoorstelbaar dat zo'n vrucht een heerlijke chocoladereep oplevert.

We sluiten de tour over de plantage af met een mooie tocht door de rijstvelden, waar zo ver het oog reikt de Pandanrijst staat te rijpen. Op de achtergrond de altijd aanwezige vulkanen, waaraan de grond z'n geweldige vruchtbaarheid ontleent.

Als we weer huiswaarts keren is de zon al onder, we nemen hartelijk afscheid en wandelen met een of twee weeskinderen aan de hand terug naar de bus. Hier en daar wordt een traantje van ontroering weggepinkt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten